Deel

Bemesting

Fosfaatruimte invullen bij aardappelen

Zodra het weer omslaat en er een langere periode droog weer aanbreekt, zal het voorjaarswerk een vlucht nemen. Bij het toedienen van nutriënten is het van belang om te weten dat fosfaat tot de hoofdelementen behoort en zich slecht door de grond verplaatst. Zorg daarom dat een gewas in z’n dagelijkse fosfaatbehoefte kan voorzien.

Gewassen zoals aardappelen die ondanks een hoge fosfaatbehoefte maar lang genoeg op het veld staan, zijn meestal goed in staat een eventueel klein tekort in het begin van het groeiseizoen later te compenseren. Uit diverse bemestingsproeven bij aardappelen is gebleken dat de bodemvoorraad vrijwel altijd belangrijker is dan de gift. Daarnaast zijn er jaren waarbij de hoogste fosfaatgift bij aardappelen de hoogste opbrengst geeft.

Fosfaat niet volvelds geven maar als rijentoepassing verbetert de efficiëntie meestal niet. Alleen bij maïs en bonen is bewezen dat een rijentoepassing effectiever is. Bij zaaiuien speelt de plantconditie tijdens de jeugdfase een rol. Op lichte (zavel) gronden met vrijlevende aaltjes en/of een lage P-toestand (Pw-getal < 25) kan een startgift fosfaat in de rij de weggroei bevorderen. Een betere weggroei biedt als neveneffect voordelen bij het toepassen van contactherbiciden. Maar ook bij uien is het zo dat bij een normale uitgroei er in het algemeen geen betrouwbare meeropbrengst gerealiseerd wordt.

Over het algemeen geldt dat bij een vroege (koude) zaai en een matige structuur er eerder een gunstig effect van een startgift fosfaat te verwachten is. Bij pootaardappelen spelen bodemcondities (vocht, structuur, kou e.d.) ook een rol ten aanzien van het aantal knollen. Vooral vanwege dit aspect wordt er altijd voldoende fosfaat gegeven. Vanwege de matige verplaatsing door de bodem is het essentieel dat fosfaat voor de zaai- of pootbewerking (evt. in de rij) wordt toegepast. Een latere fosfaatgift die bovenop blijft liggen heeft geen nut.

Bij consumptieaardappelen kan voor het poten ook drijfmest als fosfaatbron worden toegediend. Varkensdrijfmest heeft dan de voorkeur vanwege de 100% fosfaatwerking. Op bedrijfsniveau heeft het ook de voorkeur de beschikbare fosfaatruimte in te vullen bij aardappen en niet bij wintertarwe omdat wintertarwe geen fosfaatbehoeftig gewas is.

  • Bij consumptieaardappelen kan voor het poten ook drijfmest als fosfaatbron worden toegediend. Varkensdrijfmest heeft dan de voorkeur vanwege de 100% fosfaatwerking. Op bedrijfsniveau heeft het ook de voorkeur de beschikbare fosfaatruimte in te vullen bij aardappen en niet bij wintertarwe omdat wintertarwe geen fosfaatbehoeftig gewas is.
  • Bij consumptieaardappelen kan voor het poten ook drijfmest als fosfaatbron worden toegediend. Varkensdrijfmest heeft dan de voorkeur vanwege de 100% fosfaatwerking. Op bedrijfsniveau heeft het ook de voorkeur de beschikbare fosfaatruimte in te vullen bij aardappen en niet bij wintertarwe omdat wintertarwe geen fosfaatbehoeftig gewas is.
  • Bij consumptieaardappelen kan voor het poten ook drijfmest als fosfaatbron worden toegediend. Varkensdrijfmest heeft dan de voorkeur vanwege de 100% fosfaatwerking. Op bedrijfsniveau heeft het ook de voorkeur de beschikbare fosfaatruimte in te vullen bij aardappen en niet bij wintertarwe omdat wintertarwe geen fosfaatbehoeftig gewas is.

Bron: Delphy

Gerelateerde artikelen

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting