Deel

Bemesting

Bemestingsplan anno 2023 op kleigronden

Het bemestingsplan omvat in hoofdzaak de aanvoer van stikstof, fosfaat en kali. Daarnaast is het ook goed om te kijken of er ook voldoende aanbod is van bijvoorbeeld zwavel en magnesium. De pH is op de zeekleigrond, op een enkele uitzondering (oude klei) na, meestal voldoende hoog (rond pH 7). Al jaren worden er door de overheid maatregelen genomen de inzet van stikstof en fosfaat te verminderen. In 2023 wordt het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn (APN) van kracht. Welke invloed gaat dit allemaal hebben op de bemesting in de praktijk? Wat betekent dit voor kleigrond? Hieronder een schets.

Aanpassing uitrijdperioden

Eind december 2022 zijn er 3 maatregelen uit het 7e APN definitief geworden:

  1. Vervroeging van de uitrijperiode van vaste strorijke mest op gras- en bouwland op de zand- en lössgronden van 31 januari naar 1 januari.
  2. Verkorting van de uitrijperiode van drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib op bouwland van 15 februari naar 15 maart, tenzij er een gewas wordt geteeld dat als een vroege teelt is aangemerkt;
  3. Verplichte 1 op 4 rotatie met rustgewassen op de zand- en lössgronden, waarbij de start van de 1e periode van 4 jaar op 1 januari 2023 ligt.

Maatregel 1 was op de kleigrond al mogelijk, maatregel 3 is voor kleigrond niet van toepassing. Aangaande maatregel 2 is duidelijk dat een uitrijdperiode vanaf 15 maart de regel wordt en dat er een uitzondering wordt gemaakt voor een, bij ministeriële regeling aangewezen, lijst van gewassen die wordt ingezaaid, geplant of gepoot. Deze lijst is echter nog niet vastgesteld. Wel wordt in de Nota van toelichting bij het 7e APN een aantal gewassen genoemd zoals boerenkool, broccoli, aardappelen, granen en bloembollen. Er is bij de maatregelen echter geen bijlage met vroege teelten toegevoegd waar de uitzondering voor gaat gelden; een uitzondering voor het aanwenden van drijfmest in de periode 16 februari tot en met 15 maart. Het is ook nog niet duidelijk wanneer deze lijst beschikbaar komt. Wel is duidelijk dat straks een perceel uiterlijk de dag voorafgaand aan het toepassen van drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib moet worden gemeld bij LNV/RVO om gebruik te kunnen maken van de uitzondering. De begrenzing van het gewasperceel moet worden doorgegeven en welk (vroeg) gewas er wordt geteeld.

Mestlevering digitaal bevestigen

Voor het gebruik van mest op het landbouwbedrijf (vrijwel altijd aangevoerd via een intermediair) moet er een account worden aangemaakt bij e-CertNL. In 2023 vervallen namelijk in vrijwel alle gevallen de oude mestbonnen en worden deze vervangen door het digitale rVDM. Dat heeft voor de afnemer van mest gevolgen voor de administratie. De belangrijkste wijziging is dat niet meer de vervoerder de mestbonnen kan tekenen, maar dat de afnemer de leverantie binnen 7 dagen na het vervoer digitaal moet bevestigen. Op tijd een account hiervoor aanmaken om dat te kunnen regelen is dus het devies.

Maatregelen geldig met terugwerkende kracht

Naast bovengenoemde maatregelen zijn er onder andere nog maatregelen die nog in een consultatiefase zijn, maar waarschijnlijk wel met terugwerkende kracht zullen gaan gelden. Een voorbeeld in dit kader is het gebruik van organische stofrijke meststoffen, zie onderstaande tabel. Daarmee vervalt de uitzondering van de fosfaatvrije voet die compost tot nu toe had. De discussie hierover is niet zozeer het genoemde percentage waarmee gerekend kan worden. Dit is immers meer afgestemd op de hoeveelheid P2O5 die er praktisch in een periode van 1 jaar beschikbaar zal komen. Wel zijn de voorgestelde regels er omheen, om onderstaand percentage te mogen gebruiken, niet praktisch. Een van deze voorwaarden is een maximum op basis van de P-gebruiksnorm van het betreffende perceel. Dit zou het praktisch onmogelijk maken om fosfaatrijke vaste mest te kunnen gebruiken.
Voor akkerbouwers wordt het dan een overweging om fosfaat te reserveren voor aanwending in het najaar (o.a. met bijvoorbeeld vaste mest) of gebruik je de volledige fosfaatruimte in het voorjaar ten dienste van P-behoeftige teelten zoals aardappelen? Uiteraard kan ook worden uitgaan van regulier gebruik van vaste mest zonder gebruik te maken van deze stimuleringsregeling (dan rekenen met 100% P-aanvoer).

Organische stofrijke meststofMate waarin de meststof meetelt in
de berekening voor de toepassing van de
fosfaatgebruiksnorm (%)
Strorijke vaste mest van rundvee75
Strorijke vaste varkens mest (biologisch gehouden) 75
Strorijke vaste mest van schapen75
Strorijke vaste mest van geiten75
Strorijke vaste mest van paarden75
Champost50
Gft-compost25
Groencompost25
Indeling OS-rijke meststoffen en de mate waarin deze meststoffen meetellen in de fosfaatgebruiksnorm

Bron: Delphy

Gerelateerde artikelen

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting